“‘t Was weer een lastig dagje”, trapte Toon Aerts een open deur in. “Al die hoogtemeters hakken erin. Dat was vandaag niet anders, ook al begon ik goed aan de wedstrijd. Vorige week zat ik in de tang van een andere ploeg, maar gelukkig speelt dit hier minder een rol. Ik wou daarom in het begin doortrekken en Michael Vanthourenhout op achterstand houden. Die tang, die lukte alvast niet meer.”
Aerts voelde zich goed, maar miste explosiviteit in de benen. “Dat is belangrijk in die bochten, want je moet jezelf steeds op gang trekken. Dat is heel lastig. Ik ben blij dat we nog steeds kunnen crossen. Dat is één van onze voornaamste zorgen. We beseffen dat we voorrecht hebben om te kunnen crossen en onze job te kunnen uitvoeren. Veel mensen zitten nu immers met de handen in het haar. We proberen dat met respect en met de juiste voorzorgsmaatregelen te doen. Niet alleen wij renners, maar ook ploegleiders, mecaniciens en ga zo maar door. Iedereen weet wat en hoe hij het moet doen.”