“We kennen Eli als een lichte renner die goed bergop kan rijden”, trapte Aerts met zijn analyse een open deur in. “In het veld kon ik de schade nog beperken, maar de kasseien waren in zijn voordeel. Met mijn 75 kilo moet ik op die stroken bergop harder op de pedalen duwen.”
In de openingsfase nam Aerts de kop. Had hij het tactisch misschien anders moeten aanpakken? “Eli zou sowieso weggereden zijn, deze cross was hem op het lijf geschreven. Soms hanteert Eli een tactiek om wat trager te rijden en dan te versnellen, dat heb ik niet zo graag. Dus opteerde ik ervoor om mijn eigen tempo op te leggen.”
Aerts zag Iserbyt al acht keer winnen, maar blijft optimistisch. “In de laatste ronde heb ik het verschil kunnen terugbrengen van 40 naar 20 seconden. Dat stemt me tevreden. Volgende week zal het EK net iets minder lastig zijn, zoals Ronse of Overijse. Dat ligt me beter, ik kijk er al naar uit.”