Kastelijn volgde de anderen tot in de laatste ronde, maar moest dan passen. “Het rondje lag redelijk droog. Was het iets anders, dan waren we allemaal solo gereden. We waren allemaal aan elkaar gewaagd. Ik was de beste bergop, maar de anderen waren beter in de afdaling. Zo moet je elk steeds een stukje toegeven. Op het einde komt de sterkste wel bovendrijven. In de laatste ronde hoopte ik dat ze nog langer gingen wachtten op te sprinten, maar ik was te laat.”
Nadenken waar je best zit in deze race, is wel belangrijk voor de rensters. “Het eerste stuk van het parcours is makkelijker dan het tweede. Iedereen wil daar dus voorop zitten, maar dat lukt natuurlijk niet. Dat lukt enkel de friste van de twee.”
Voor de Europees kampioene is het de laatste race in haar kampioenentrui. “Ik ben daar heel erg trots op. Het is iets dat ik nooit ga vergeten. De sterretjes blijven altijd op mijn tenue staan, da’s bijzonder. Het was een droomseizoen. In het begin was het wennen aan de aandacht, maar door het gebrek aan publiek is dat nu wat minder (lacht).”